Elk voorjaar kijk ik weer verlangend naar je uit,
Jij, vroege bode van de prille lente,
Plots steekt jouw kopje er weer bovenuit,
zó belazer je de kluit, Deo Volente…
Gij, witte scheut, het daglicht nooit gezien,
slechts even kunnen wij van jou genieten.
Prominent sta jij op mijn menu top tien,
als ik jou rijkelijk met saus ga overgieten…
Je bent nog mooier dan de allermooiste vrouw:
beoordeeld op de schoonheid en de dikte.
Daar lig je, op mijn bord, want ik versierde jou,
toen ik nog ham en ei aan beide zijden schikte
Asperges me, werd vroeger al gezongen.
Besprenkel mij, dat witte staafje goud,
Streel met jouw smaak de lippen en de tongen,
Tot aan Sint Jan, want daarna ben je oud…